Categorieën
Woorden weten alles

Trap niet in propaganda

Russen, nazi’s, katholieken: over de oorsprong van propaganda.

Een beeld om nooit te vergeten: Marina Ovsjannikova, medewerkster van de Russische staatsomroep Pervi Kanal, gaat met een rol papier achter een onverstoorbare nieuwslezeres staan, rolt dat open en smeekt op die manier haar landgenoten om geen geloof te hechten aan de oorlogspropaganda van het Kremlin. Het deed me denken aan het legendarische protest van de Chinees die met een boodschappentas in de hand een tank tot stoppen bracht op het Tiananmenplein in Peking, juni 1989.

Primitief

We leven in een hypertechnologische tijd. Oorlogsvoerders zitten achter computerschermen hun troepen te dirigeren, dodelijke drones hangen boven de steden, van minuut tot minuut volgen media de bewegingen van de militairen. En wie daartegen protesteert, bedient zich van de middelen die de primitiefste mens al moet hebben gebruikt: in de weg gaan staan, als het kan met een protestbord in de hand, en hopen dat je wordt gezien.

En of ze werd gezien. Sindsdien buigen analisten zich dagelijks over het fenomeen propaganda in deze militaire operatie die we geen oorlog mogen noemen. En alweer wordt de vergelijking gemaakt met de propagandamachine van de nazi’s. Dat is maar deels terecht.

Evangelisatie

Want propaganda is een uitvinding van de katholieken. In 1633 installeerde paus Gregorius XV een commissie van kardinalen die hij de Sacra Congregatio de propaganda fide noemde, letterlijk ‘de heilige congregatie voor de verspreiding van het geloof’, tegenwoordig de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren genoemd. De bedoeling was duidelijk: via missioneringswerk de hele wereld boven de doopvont houden. Het woord propaganda was, volgens het Etymologisch Woordenboek van Van Veen en Van der Sijs, de zesde naamval van het vrouwelijk van het gerundivum van het werkwoord propagare, dat ‘voortplanten’ of ‘uitbreiden’ betekende.

De paus, en ook de leden van de congregatie, vonden propaganda een goede zaak. Het woord en de praktijk werden overgenomen in het Frans, en later in het Duits en in haast alle talen van de wereld. Ook als je geen woord Russisch begrijpt, versta je Vladimir Poetin als die het over пропаганда heeft.

Volproppen

Pas in de twintigste eeuw krijgt de term een negatieve betekenis. Dat was al begonnen in de Eerste Wereldoorlog, toen de oorlogvoerende staten zich bezondigden aan wat in het Frans bourrage de crâne werd genoemd: de hersenen volproppen met valse informatie.

En toen kwam de roemruchte nazipropaganda (officieel: volksvoorlichting), gedirigeerd door Joseph Goebbels. Zijn doel was het volk te doordringen van zulkdanige haatgedachten dat het bereid was over te gaan tot genocide. Sindsdien kan een bonafide organisatie zich niet meer openlijk met propaganda inlaten. Dat werd dus voorlichting, public relations, pr, promotie, marketing, reclame. Proper gewassen en gestreken termen voor technieken om je hersenen vol te proppen. Hoog tijd dat mensen daartegen in opstand komen, desnoods met een boodschappentasje of een handgeschreven smeekbede.


Wilt u automatisch op de hoogte worden gehouden van nieuwe afleveringen van Woorden weten alles? Schrijf u dan in voor Taalpost, de gratis e-mailnieuwsbrief van het Genootschap Onze Taal.

Ludo Permentier is journalist en auteur. Hij was docent in het middelbaar onderwijs, werkte bij Van Dale en de Taalunie en publiceerde taalboeken. Vijftien jaar lang schreef hij de taalcolumn Woorden weten alles in De Standaard.

E-mail: ludo.permentier@telenet.be